ECLI:NL:HR:2010:BN2352
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over het recht op rechtsbijstand tijdens politieverhoor
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een verdachte die in 2007 werd aangehouden en verhoord door de politie. De verdachte heeft tijdens zijn verhoor verklaard dat zijn verklaringen onrechtmatig zijn verkregen, omdat hij geen toegang had tot een advocaat tijdens zijn inverzekeringstelling. De raadsman van de verdachte heeft aangevoerd dat de verklaringen van de verdachte uitgesloten moeten worden van het bewijs, en dat de verdachte vrijgesproken dient te worden van de tenlastegelegde feiten.
Het Hof heeft het verweer van de verdachte verworpen, met de overweging dat er geen rechtsregel bestaat die voorschrijft dat de politie de verdachte pas mag verhoren nadat deze contact heeft gehad met een advocaat. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 30 juni 2009 (LJN BH3079) overwogen dat een verdachte recht heeft op rechtsbijstand, maar dat dit recht niet inhoudt dat de verdachte recht heeft op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het politieverhoor. De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat het Hof blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door het verweer van de verdachte te verwerpen op de grond dat hij geen aanspraak kan maken op rechtsbijstand voorafgaand aan zijn inverzekeringstelling.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Deze uitspraak benadrukt het belang van het recht op rechtsbijstand voor verdachten en de noodzaak voor de politie om verdachten te wijzen op hun recht om een advocaat te raadplegen voordat zij worden verhoord.