ECLI:NL:HR:2010:BN0012
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen niet-ontvankelijkverklaring van beklag inzake beslag teruggave geldbedrag
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarin de klager niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn beklag over een beslag op een geldbedrag van € 137.375,-. De klager, geboren in 1966 en wonende te [woonplaats], had op 16 januari 2009 een klaagschrift ingediend, waarin hij verzocht om teruggave van een bedrag van € 135.000,-. De Rechtbank had de verklaring van de klager, die als getuige optrad, als een klaagschrift aangemerkt, maar dit oordeel werd door de Hoge Raad als onjuist beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de wet niet toestaat dat een verzoek tot teruggave mondeling wordt gedaan, en dat de Rechtbank de klager niet-ontvankelijk had moeten verklaren in zijn beklag. De Advocaat-Generaal Aben had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de Rechtbank en verklaarde de klager niet-ontvankelijk in zijn beklag, waarmee de Hoge Raad de rechtsopvatting van de Rechtbank corrigeerde en de juiste procedure benadrukte voor het indienen van een klaagschrift.