ECLI:NL:HR:2010:BM9605

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01053
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de uitleg van afspraken in een besprekingsverslag en de regeling ter finale kwijting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De zaak betreft een geschil tussen twee partijen, aangeduid als [eiser] c.s. en [verweerder] c.s., over de uitleg van afspraken die zijn vastgelegd in een besprekingsverslag. De centrale vraag was of er tussen de partijen een regeling ter finale kwijting was overeengekomen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Sneek en een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, waaruit blijkt dat de partijen in eerdere instanties al met elkaar in discussie waren over de inhoud van deze afspraken.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond verklaard. De raadsheren oordelen dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven.

De Hoge Raad heeft de eisers in cassatie, [eiser] c.s., veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels, die de beslissing heeft voorgelezen. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het duidelijkheid biedt over de uitleg van afspraken in besprekingsverslagen en de gevolgen daarvan voor de rechtsverhouding tussen partijen.

Uitspraak

24 september 2010
Eerste Kamer
09/01053
DV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
2. [Verweerster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 180147\CV EXPL 05-1239 van de kantonrechter te Sneek van 22 maart 2006 en 7 maart 2007;
b. het arrest in de zaak 107.001.849 van het gerechts-hof te Leeuwarden van 2 december 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 24 september 2010.