5.2.In dat verslag is onder meer opgenomen:
"aanwezig/verkopers De heer [appellant] en mevrouw [appellante] , in hun hoedanigheid als huidige eigenaren van het OG (EB en AB)
aanwezig/kopers De heer [geïntimeerde1] en mevrouw [geïntimeerde2] (GM en HH)
aanwezig De heer [D] AA, accountant van de kopers tevens woordvoerder (HJT)
(…)
De bespreking begint met een korte weergave van de verlopen gesprekken tot op dat moment. (...)
Uitkomst van de bespreking is dat kopers bereid zijn het OG te kopen voor een bedrag van € 525.000,-- k.k., onder de voorwaarde dat de condities van de financiering zodanig zijn dat de huidige exploitatie deze lasten zal kunnen dragen. (…)
Uitkomst van de bespreking is ook dat verkopers bereid zijn het OG te verkopen voor een bedrag van € 525.000,-- k.k. onder de volgende 3 voorwaarden:
1. (…)
1. (…)
2.(…)
3. De tot op het moment van overdracht verschuldigde huur zal op het moment van overdracht door kopers zijn voldaan, hetgeen inhoudt dat deze bedragen op de bankrekening van verkopers zal (lees: zullen, hof) zijn bijgeschreven. Kopers accepteren deze voorwaarde met de aanvulling dat de overdracht niet later zal plaats vinden dan 12 maart 2007. Er dient dus tot uiterlijk 12 maart 2007 huur te worden betaald.
3. De tot op het moment van overdracht verschuldigde huur zal op het moment van overdracht door kopers zijn voldaan, hetgeen inhoudt dat deze bedragen op de bankrekening van verkopers zal (lees: zullen, hof) zijn bijgeschreven. Kopers accepteren deze voorwaarde met de aanvulling dat de overdracht niet later zal plaats vinden dan 12 maart 2007. Er dient dus tot uiterlijk 12 maart 2007 huur te worden betaald.
Bij een eventuele overdracht later dan 12 maart 2007 op initiatief van de verkopers hoeft er door huurders geen huur te worden voldaan over de periode van 12 maart 2007 tot en met moment van levering/overdracht van het OG. Verkopers accepteren deze aanvulling.
(…)"
De beslissing in eerste aanleg
6. De kantonrechter heeft in het vonnis van 7 maart 2007 voor recht verklaard dat de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de onderneming "Vof [C] " gevestigd aan de [a-straat 1] te [B] een koopoptie bevat, die [geïntimeerden] c.s. het recht geven om na verloop van 3 jaar na het aangaan van de huurovereenkomst het gehuurde tegen een alsdan door een erkend taxateur te noemen koopsom aan te kopen conform de in artikel 10 van de huurovereenkomst opgenomen voorwaarden en [appellanten] c.s. veroordeeld om daaraan binnen éénentwintig dagen na betekening van het vonnis uitvoering te geven, op straffe van verbeurte van een dwangsom.
Voorts zijn [appellanten] c.s. veroordeeld tot vergoeding aan [geïntimeerden] c.s. van de door hen geleden schade als gevolg van het niet tijdig nakomen van de huurovereenkomst, nader op te maken bij staat, en tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
Met betrekking tot grief I en de ontvankelijkheid van [appellanten] c.s. in het door hen ingestelde hoger beroep.:
7. [appellanten] c.s. stellen zich in grief I op het standpunt dat [geïntimeerden] c.s. geen recht (meer) op of belang hebben bij hun - door de kantonrechter ten onrechte toegewezen - vorderingen, omdat partijen wat betreft de tussen hen gerezen geschillen, met inbegrip van de gevorderde schadevergoeding, een finale regeling hebben getroffen als neergelegd in voornoemd verslag van de bespreking van
7 februari 2007.
8. Partijen hebben in het besprekingsverslag van 7 februari 2007 een regeling voor de overdracht van het verhuurde onroerend goed, inclusief inventaris en goodwill, getroffen. Voorts hebben [geïntimeerden] c.s. onder meer bij pleidooi te kennen gegeven de eigendom van de onderhavige onderneming en de onroerende zaak inmiddels te hebben verkregen. Het hof gaat daarom er vanuit dat [geïntimeerden] c.s. thans geen belang meer hebben bij de door hen gevorderde levering van die zaken aan hen.
9. Er dient voorts te worden beoordeeld of [geïntimeerden] c.s. (nog) recht hebben op c.q. belang hebben bij de door hen gevorderde schadevergoeding.