ECLI:NL:HR:2010:BM8083
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en niet-ontvankelijkheid
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van een vrouw die verzocht om toepassing van de schuldsaneringsregeling op basis van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De vrouw was niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, omdat er onvoldoende informatie was verstrekt in een verklaring van het College van Burgemeester en Wethouders. Deze verklaring gaf aan dat er geen reële mogelijkheden waren om tot een buitengerechtelijke schuldenregeling te komen, zoals vereist in artikel 285 lid 1, aanhef onder f, van de Faillissementswet. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de rechtbank Haarlem en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De Advocaat-Generaal J. Wuisman had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden. Uiteindelijk werd het beroep verworpen, en dit arrest werd openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.