ECLI:NL:HR:2010:BL9541
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Doorbreking van het rechtsmiddelenverbod in het arbeidsrecht in de Antillenzaak
In de zaak tussen [verzoeker] en Antilllean Paint Sint Maarten N.V. heeft de Hoge Raad op 11 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De zaak betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in de beschikking van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 27 juni 2007, en de daaropvolgende beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 9 mei 2008. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof in cassatie beoordeeld, waarbij [verzoeker] het beroep in cassatie heeft ingesteld tegen de beschikking van het hof. Antillean Paint heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat geen nadere motivering vereist is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep van [verzoeker] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 348,38 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, waarbij de andere raadsheren A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser betrokken waren.