ECLI:NL:HR:2010:BL7965
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag BPM en definitie bestelauto
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 10 oktober 2008, betreffende een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) die was opgelegd aan X VOF. De naheffingsaanslag werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd, maar de Rechtbank te Breda verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de Inspecteur. De Inspecteur ging in hoger beroep, maar het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank. Hierop stelde de Staatssecretaris beroep in cassatie in.
De Hoge Raad oordeelt dat de definitie van een bestelauto, zoals vastgelegd in artikel 3, lid 3 van de Wet BPM, niet wordt vervuld wanneer er autostoelen zijn geplaatst in het compartiment achter de bestuurdersstoel en de passagiersstoel. De ruimte achter de stoelen kan nog wel als laadruimte worden aangemerkt, maar niet de gehele laadruimte. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, maar het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de kosten van het geding moet worden toegekend aan belanghebbende.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en J.A.C.A. Overgaauw, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2010.