ECLI:NL:HR:2009:BH6429
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag BPM en de definitie van bestelauto
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) die is opgelegd aan belanghebbende, een houder van een auto met een grijs kenteken. De Inspecteur van de Belastingdienst heeft de naheffingsaanslag opgelegd omdat hij van mening was dat de auto niet voldeed aan de wettelijke definitie van een bestelauto, maar als een personenauto moest worden aangemerkt. Dit oordeel was gebaseerd op de aanwezigheid van twee stoelen die in de laadruimte van de auto waren geplaatst, wat volgens de Inspecteur de functie van de laadruimte aantastte.
De Rechtbank te Arnhem heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraak van de Inspecteur vernietigd. De Inspecteur heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft bevestigd. In cassatie heeft de Hoge Raad de zaak beoordeeld. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de aanwezigheid van de stoelen in de laadruimte van de auto de wettelijke definitie van een bestelauto niet meer respecteerde, zoals eerder is geoordeeld in een arrest van 24 augustus 1999.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, en het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de proceskosten aan belanghebbende moet worden toegekend. Dit arrest benadrukt de noodzaak om de definitie van een bestelauto nauwkeurig te hanteren in het kader van de BPM-regelgeving.