ECLI:NL:HR:2010:BL6692
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijsoverwegingen in poging tot doodslag met een auto onder invloed van alcohol
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van poging tot doodslag op twee slachtoffers door met een auto op hen in te rijden, terwijl hij onder invloed van alcohol was. De feiten vonden plaats op 19 juli 2006 in Amsterdam, waar de verdachte met hoge snelheid de stoep opreed en op de slachtoffers afreed. De Hoge Raad herhaalde relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie met betrekking tot bewijsoverwegingen en oordeelde dat het Hof voldoende had onderbouwd dat de slachtoffers zich op het zogenoemde 'bankje B' bevonden ten tijde van het feit. De verdediging stelde dat de slachtoffers zich op 'bankje A' bevonden, maar het Hof achtte deze verklaring onwaarschijnlijk op basis van de beschikbare bewijsmiddelen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De taakstraf werd verminderd tot 228 uren en de vervangende hechtenis tot 114 dagen. De overige middelen van de verdachte faalden, en de Hoge Raad concludeerde dat de redelijke termijn van de procedure was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de opgelegde straf.