ECLI:NL:HR:2010:BL6461
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over rechterlijke onpartijdigheid in belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 maart 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die aan belanghebbende was opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2000. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag, werd deze door de Inspecteur gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof te Arnhem, dat het beroep ongegrond verklaarde. De Hoge Raad vernietigde deze uitspraak op 15 december 2006 en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Dit hof verklaarde het beroep opnieuw ongegrond, waarna belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft in deze procedure onder andere de klacht van belanghebbende beoordeeld dat er geen sprake was van rechterlijke onpartijdigheid bij mr. G.D. van Norden, die als raadsheer aan de uitspraak had deelgenomen. De Hoge Raad oordeelde dat de verwijzing naar een publicatie in NRC Handelsblad geen aanwijzing opleverde dat de raadsheer niet onpartijdig had gehandeld. De klacht werd dan ook afgewezen.
Daarnaast heeft de Hoge Raad ook andere klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden evenmin leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet relevant waren voor de rechtsontwikkeling of rechtseenheid. De Hoge Raad besloot dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond.