ECLI:NL:HR:2010:BL0762

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04936
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over zwijgende verdachte en EHRM-arrest in de zaak Murray

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 12 november 2008 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1987 en ten tijde van de betekening gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Tilburg', heeft het beroep ingesteld. De advocaat van de verdachte, mr. P.H.L.M. Souren, heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst, heeft op 16 maart 2010 uitspraak gedaan. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.

Uitspraak

16 maart 2010
Strafkamer
nr. 08/04936
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 12 november 2008, nummer 22/000081-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Tilburg" te Tilburg.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 16 maart 2010.