ECLI:NL:HR:2010:BK8537

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01286 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beschikking tot gevangenhouding en terugwijzing naar het Gerechtshof

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 februari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een vordering tot gevangenhouding van de verdachte, die op dat moment gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Vught'. De Advocaat-Generaal bij het Hof had een middel van cassatie voorgesteld, waarin werd betoogd dat de bestreden beschikking van het Hof niet in stand kon blijven. De Hoge Raad oordeelde dat gebreken in de aan de vordering tot bewaringstelling voorafgaande inverzekeringstelling geen zelfstandige grond kunnen vormen voor de afwijzing van deze vordering. Het Hof had dit miskend, waardoor de bestreden beschikking niet kon worden gehandhaafd. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het Hof en wees de zaak terug naar het Gerechtshof, zodat het hoger beroep tegen de beschikking tot gevangenhouding opnieuw kon worden behandeld en afgedaan. De Hoge Raad benadrukte dat de inverzekeringstelling onrechtmatig was, omdat voor de verdenking van overtreding van artikel 142 van het Wetboek van Strafrecht geen voorlopige hechtenis was toegelaten. Dit gebrek was zo ernstig dat het ook de daaropvolgende bevelen tot inbewaringstelling en gevangenhouding aantastte. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de rechtsgang en de behandeling van vorderingen tot gevangenhouding.

Uitspraak

16 februari 2010
Strafkamer
Nr. 09/01286 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 12 maart 2009, nummer 01/845061-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Vught, locatie De Ley" te Vught.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof, teneinde op het hoger beroep tegen de beschikking tot gevangenhouding opnieuw te worden behandend en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd, het bevel van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch tot gevangenhouding van de verdachte heeft vernietigd en de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte heeft bevolen.
2.2. Het Hof heeft, oordelend op een door de verdachte ingesteld beroep tegen een door de Rechtbank gegeven bevel tot gevangenhouding, dat bevel vernietigd en - naar de Hoge Raad begrijpt - de vordering van de Officier van Justitie tot gevangenhouding (alsnog) afgewezen, met bevel tot onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte.
2.3. Het Hof heeft de bestreden beschikking als volgt gemotiveerd;
"de verdediging heeft zich beroepen op het feit dat de inverzekeringstelling onrechtmatig was. Het hof stelt vast dat de verdenking ten tijde van het bevel inverzekeringstelling bestond uit overtreding van artikel 142 van het Wetboek van Strafrecht. Voor dat feit is geen voorlopige hechtenis toegelaten; daarmee is het bevel tot inverzekeringstelling onrechtmatig. Het hof acht dit gebrek zo ernstig dat het ook het nadien gegeven bevel inbewaringstelling en het bevel gevangenhouding aantast.
dat het hoger beroep derhalve moet worden toegewezen;"
2.4. Gebreken van een aan een vordering tot bewaringstelling voorafgaande inverzekeringstelling kunnen geen zelfstandige grond vormen voor afwijzing van deze vordering en dus ook niet voor afwijzing van een vordering tot gevangenhouding
(vgl. HR 7 oktober 1988, NJ 1989,510). Het Hof heeft dat miskend, zodat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven.
2.5. Het middel is terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 februari 2010.