ECLI:NL:HR:2010:BK7029
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake beslag op hennepplanten en verwijzing naar het Gerechtshof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 februari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank te 's-Gravenhage. De zaak betreft een klaagschrift van de klager, die in 2008 in verband met hennepplanten in beslag was genomen. De Rechtbank had het klaagschrift ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de hennepplanten, die op 16 oktober 2007 onder een derde in beslag waren genomen, vatbaar waren voor onttrekking aan het verkeer. De Rechtbank stelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat de klager een strafbaar feit had gepleegd, namelijk opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De klager werd vervolgd voor dit feit, en de Rechtbank oordeelde dat het beslag niet onrechtmatig was, ondanks de vrijspraak van de klager door de politierechter op 8 april 2008 wegens onvoldoende bewijs.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd, omdat deze niet had gemotiveerd of het belang van de strafvordering het voortduren van het beslag vorderde. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank in haar beslissing niet toereikend had gemotiveerd en dat het eerste middel geen bespreking behoefde. De zaak is vervolgens verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de Rechtbank bij beslissingen over het voortduren van beslag in strafzaken.