ECLI:NL:HR:2009:BK3576

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03841
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging schuldsaneringsregeling zonder schone lei

In deze zaak gaat het om de beëindiging van een schuldsaneringsregeling zonder toekenning van een schone lei. De rechtbank ’s-Gravenhage verklaarde op 24 januari 2007 de definitieve schuldsaneringsregeling van toepassing op de schuldenaar. Op verzoek van de bewindvoerder beëindigde de rechtbank op 6 augustus 2009 de schuldsaneringsregeling, wat leidde tot hoger beroep door de schuldenaar bij het gerechtshof te ’s-Gravenhage. Het hof bekrachtigde op 15 september 2009 het vonnis van de rechtbank. Hierna stelde de schuldenaar beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer adviseerde om het beroep te verwerpen op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling met zich meebrachten. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de eerdere uitspraken.

Uitspraak

22 december 2009
Eerste Kamer
09/03841
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M.J. Post.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als de schuldenaar.
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage van 24 januari 2007 is ten aanzien van de schuldenaar de definitieve schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard.
Op voordracht van de bewindvoerder heeft de rechtbank bij vonnis van 6 augustus 2009 de toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van de schuldenaar beëindigd, zonder toekenning van een schone lei.
Tegen dit vonnis heeft de schuldenaar hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te ’s-Gravenhage.
Bij arrest van 15 september 2009 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de schuldenaar beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep, met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.H. Koster op 22 december 2009.