ECLI:NL:HR:2009:BJ9941

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01158
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging schuldsaneringsregeling zonder schone lei

In deze zaak gaat het om de beëindiging van een schuldsaneringsregeling zonder toekenning van een schone lei aan de verzoekster. De verzoekster, die in 2006 onder de schuldsaneringsregeling was geplaatst, verzocht de rechtbank om een schone lei. De rechtbank Zutphen heeft op 30 januari 2009 de schuldsaneringsregeling beëindigd zonder dat aan de verzoekster een schone lei werd verleend. Hierop heeft de verzoekster hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 12 maart 2009 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft de verzoekster cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de verzoekster verworpen, waarmee de beslissing van het gerechtshof in stand blijft.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 27 november 2009.

Uitspraak

27 november 2009
Eerste Kamer
09/01158
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen.
Verzoekster tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij vonnis van de rechtbank Zutphen van 14 februari 2006 is ten aanzien van [verzoekster] de schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard. [Verzoekster] heeft verzocht om toekenning van een schone lei.
De rechtbank heeft bij vonnis van 30 januari 2009 de schuldsaneringsregeling beëindigd zonder dat daarbij aan [verzoekster] een schone lei is verleend.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 12 maart 2009 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 27 november 2009.