ECLI:NL:HR:2009:BJ9328
Hoge Raad
- Herziening
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens seksuele misdrijven tegen een minderjarige
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2009 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De aanvrager, die in 1994 was veroordeeld voor onder andere verkrachting en vleselijke gemeenschap met een minderjarige, verzocht om herziening op basis van een deskundigenrapport. Dit rapport, opgesteld door dr. E. Geraerts, bevatte bevindingen over de betrouwbaarheid van de verklaringen van het slachtoffer, [slachtoffer 1]. De Hoge Raad oordeelde dat het rapport geen novum bevatte, omdat de feiten en omstandigheden die in het rapport werden genoemd al bekend waren bij het Hof tijdens de eerdere rechtszaak. De Hoge Raad benadrukte dat voor herziening slechts nieuwe feiten of omstandigheden kunnen worden ingediend die niet eerder aan de rechter zijn voorgelegd en die een ernstig vermoeden van vrijspraak kunnen wekken. De aanvrage werd uiteindelijk ongegrond verklaard, omdat de Hoge Raad van mening was dat de eerdere veroordeling op voldoende bewijs was gebaseerd en dat de verklaringen van [slachtoffer 1] door het Hof terecht waren meegenomen in de bewijsvoering. De Hoge Raad wees de aanvraag tot herziening af, waarmee de eerdere veroordeling in stand bleef.