ECLI:NL:HR:2009:BJ8621
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bewezenverklaring van meineed en terugwijzing naar het Gerechtshof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor meineed, omdat hij als getuige in een strafzaak had verklaard dat hij een onbekende bestuurder had gezien, terwijl hij later werd beschuldigd van het opzettelijk afleggen van een valse verklaring. De verdediging voerde aan dat de verdachte in de war was en geen opzet had om te liegen. De Hoge Raad oordeelde dat de motivering van de bewezenverklaring ontoereikend was. De gebezigde bewijsmiddelen gaven niet voldoende steun voor de conclusie dat de verdachte opzettelijk vals had verklaard. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof, zodat deze opnieuw kon worden berecht op het bestaande hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van de bewezenverklaring en de noodzaak om opzet aan te tonen in gevallen van meineed.