ECLI:NL:HR:2009:BJ7840
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsanering zonder schone lei in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de schuldsanering van verzoekster, die in 2006 een definitieve schuldsaneringsregeling had gekregen. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 20 maart 2009, op voordracht van de rechter-commissaris, de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd zonder toekenning van een schone lei. Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 19 mei 2009 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Verzoekster heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft in zijn conclusie geadviseerd om het beroep in cassatie te verwerpen, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, omdat de klachten van verzoekster niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij werd opgemerkt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is uitgesproken op 30 oktober 2009 door de raadsheren van de Hoge Raad.