ECLI:NL:HR:2009:BJ7840

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02150
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging schuldsanering zonder schone lei in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen

In deze zaak gaat het om de beëindiging van de schuldsanering van verzoekster, die in 2006 een definitieve schuldsaneringsregeling had gekregen. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 20 maart 2009, op voordracht van de rechter-commissaris, de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd zonder toekenning van een schone lei. Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 19 mei 2009 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Verzoekster heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft in zijn conclusie geadviseerd om het beroep in cassatie te verwerpen, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, omdat de klachten van verzoekster niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij werd opgemerkt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is uitgesproken op 30 oktober 2009 door de raadsheren van de Hoge Raad.

Uitspraak

30 oktober 2009
Eerste Kamer
09/02150
EE/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. R.P.A. Pohlkamp, thans mr. A.G.M. Haase.
Verzoekster tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 19 januari 2006 is ten aanzien van [verzoekster] de definitieve schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard.
Op voordracht van de rechter-commissaris heeft de rechtbank bij vonnis van 20 maart 2009 de toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van [verzoekster] beëindigd, zonder toekenning van een schone lei.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 19 mei 2009 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO, voor zover [verzoekster] in haar beroep kan worden ontvangen.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 30 oktober 2009.