ECLI:NL:HR:2009:BJ3446

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/12015
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van het onderzoek door ontbreken pleitnota in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 oktober 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak. De verdachte, geboren in 1978, had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland ten tijde van de betekening van de aanzegging. De advocaat van de verdachte, mr. P.H.L.M. Souren, heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarbij hij aanvoerde dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep nietig was. Dit was het gevolg van het ontbreken van de pleitnotities die door de raadsman aan het Hof waren overgelegd, maar niet bij de stukken van het geding waren gevoegd. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het ontbreken van de pleitnotities een ernstige schending van de procesorde met zich meebracht. Dit verzuim was onherstelbaar, waardoor de Hoge Raad oordeelde dat het onderzoek en de daaropvolgende uitspraak nietig waren. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat deze opnieuw kon worden berecht en afgedaan. De uitspraak benadrukt het belang van een behoorlijke procesorde en de noodzaak dat alle relevante stukken bij de procedure aanwezig zijn, om een eerlijke en rechtvaardige rechtsgang te waarborgen.

Uitspraak

13 oktober 2009
Strafkamer
nr. 07/12015
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 april 2007, nummer 23/006744-05, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel behelst onder meer de klacht dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 maart 2007 en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn, aangezien de door de raadsman bij die gelegenheid aan het Hof overgelegde pleitnotities zich niet bij de stukken van het geding bevinden.
2.2. Het proces-verbaal van voormelde terechtzitting houdt het volgende in:
"De verdachte en de raadsman voeren het woord tot verdediging.
De raadsman doet dit aan de hand van zijn pleitnotities, die door hem aan het hof worden overgelegd en waarvan de inhoud als hier ingevoegd geldt."
2.3. De in dit proces-verbaal vermelde pleitnotities ontbreken bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken, zodat niet valt na te gaan of er ter terechtzitting meer verweren zijn gevoerd dan wel of meer uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren zijn gebracht dan de in het bestreden arrest genoemde.
2.4. Dit verzuim strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het, nu het blijkens bij het Hof ingewonnen informatie onherstelbaar is, nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt. Het middel is in zoverre terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 13 oktober 2009.