ECLI:NL:HR:2009:BI8560

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01000 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake klaagschrift op basis van artikel 552a Sv

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank Zwolle-Lelystad, die op 13 februari 2008 werd gegeven in het kader van een klaagschrift op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De klaagster, geboren in 1970 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via haar advocaat, mr. N.C. Milani. De Hoge Raad heeft op 15 september 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 08/01000 B.

De kern van het geschil betreft de vraag of de Rechtbank in haar beschikking is afgeweken van een standpunt van de verdediging, dat duidelijk en met argumenten was onderbouwd. De klaagster stelde dat de Rechtbank in strijd met artikel 359, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet de redenen heeft opgegeven voor haar afwijking van het standpunt van de verdediging. De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing naar de Rechtbank Zwolle-Lelystad voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.

De Hoge Raad heeft het middel van de klaagster verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat artikel 359, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet van toepassing is op de behandeling van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv in raadkamer. Dit betekent dat de Rechtbank niet verplicht was om de redenen voor haar beslissing expliciet te vermelden, zoals de klaagster had betoogd. De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank bevestigd en het beroep verworpen, waarmee de eerdere beslissing van de Rechtbank in stand bleef.

Uitspraak

15 september 2009
Strafkamer
nr. 08/01000 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Zwolle-Lelystad van 13 februari 2008, nummer RK 07/1422, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klaagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft mr. N.C. Milani, advocaat te Lelystad, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar de Rechtbank Zwolle-Lelystad, opdat de zaak op het klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel, waarin niet wordt geklaagd over het ontbreken van het proces-verbaal van het onderzoek in raadkamer, klaagt dat de Rechtbank is afgeweken van een standpunt van de verdediging, dat duidelijk, door argumenten geschraagd en voorzien van een ondubbelzinnige conclusie ten overstaan van de Rechtbank naar voren is gebracht, maar in strijd met art. 359, tweede lid, Sv niet in het bijzonder de redenen heeft opgegeven die daartoe hebben geleid.
2.2. Het middel faalt omdat het miskent dat art. 359, tweede lid, Sv niet het oog heeft op een ter gelegenheid van de behandeling van een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv in raadkamer ingenomen standpunt.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 september 2009.