ECLI:NL:HR:2009:BI8560
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake klaagschrift op basis van artikel 552a Sv
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank Zwolle-Lelystad, die op 13 februari 2008 werd gegeven in het kader van een klaagschrift op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De klaagster, geboren in 1970 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via haar advocaat, mr. N.C. Milani. De Hoge Raad heeft op 15 september 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 08/01000 B.
De kern van het geschil betreft de vraag of de Rechtbank in haar beschikking is afgeweken van een standpunt van de verdediging, dat duidelijk en met argumenten was onderbouwd. De klaagster stelde dat de Rechtbank in strijd met artikel 359, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet de redenen heeft opgegeven voor haar afwijking van het standpunt van de verdediging. De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing naar de Rechtbank Zwolle-Lelystad voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.
De Hoge Raad heeft het middel van de klaagster verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat artikel 359, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet van toepassing is op de behandeling van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv in raadkamer. Dit betekent dat de Rechtbank niet verplicht was om de redenen voor haar beslissing expliciet te vermelden, zoals de klaagster had betoogd. De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank bevestigd en het beroep verworpen, waarmee de eerdere beslissing van de Rechtbank in stand bleef.