ECLI:NL:HR:2009:BI2042
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Buitengerechtelijke ontbinding van een overeenkomst na wanprestatie en de gevolgen daarvan
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiseres] en de verweerders, [verweerder 1] en [verweerster 2], over de buitengerechtelijke ontbinding van een overeenkomst. De overeenkomst, gesloten op 23 september 1998, betrof de vervaardiging en levering van drie matrijzen door [eiseres] aan Dethapak, waarvan [verweerder 1] en [verweerster 2] de beherend vennoten waren. Dethapak heeft in 1998 een postwissel van DM 25.000,-- aan [eiseres] verstrekt, welke door [eiseres] is geïncasseerd. Na de levering van de matrijzen in december 1998 en januari 1999 heeft Dethapak herhaaldelijk geklaagd over de kwaliteit van de geleverde matrijzen. Op 24 juni 1999 heeft Dethapak de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en aanspraak gemaakt op schadevergoeding.
De rechtbank te Assen heeft de vorderingen van Dethapak en [verweerder] c.s. afgewezen, maar het gerechtshof te Leeuwarden heeft in hoger beroep de vorderingen toegewezen. Het hof oordeelde dat [eiseres] ondeugdelijke matrijzen heeft geleverd en toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Het hof heeft de overeenkomst per 24 juni 1999 ontbonden verklaard en [eiseres] veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag van DM 50.000,-- en tot vergoeding van de geleden schade.
In cassatie heeft [eiseres] het hof bestreden, maar de Hoge Raad heeft het beroep verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van [eiseres] niet tot cassatie konden leiden, omdat het hof terecht had geoordeeld dat er grond was voor ontbinding van de overeenkomst. De Hoge Raad heeft [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 836,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.