ECLI:NL:HR:2009:BI0465
Hoge Raad
- Cassatie
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de omzetting van regresvorderingen in informeel kapitaal en de afwaardering ten laste van de belastbare winst
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem over een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1994/1995. De belanghebbende, X B.V., had zich in 1992 borg gesteld voor geldleningen van haar deelneming A B.V. bij de Deutsche Bank. Na het verhalen van bedragen door de bank op belanghebbende, heeft deze een regresvordering op A B.V. opgevoerd en deze afgewaardeerd ten laste van haar winst. De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag een bedrag van ƒ 4.622.075 gerekend tot de belastbare winst van belanghebbende, omdat de regresvordering was omgezet in informeel kapitaal.
De Rechtbank te Arnhem had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar het Hof heeft deze uitspraak vernietigd en het beroep ongegrond verklaard. In cassatie was de vraag of de Inspecteur terecht de correctie had aangebracht en of de afwaardering van de regresvordering ten laste van de belastbare winst correct was. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad bevestigt dat de afwaardering van de regresvordering aan de voorwaarden van artikel 13b van de Wet op de vennootschapsbelasting voldoet, en dat de Inspecteur de afwaardering terecht heeft meegenomen in de belastbare winst.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de raadsheer C.B. Bavinck als voorzitter, en de andere raadsheren in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2009.