ECLI:NL:HR:2009:BH2958
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van de bewindvoerder in cassatie tegen beëindiging schuldsaneringsregeling
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van de bewindvoerder, mr. C.H.J. van der Maas, in zijn cassatieberoep tegen de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar, aangeduid als [betrokkene 1]. De rechtbank Groningen had op 2 oktober 2007 de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken en mr. Van der Maas benoemd tot bewindvoerder. Op 18 juli 2008 heeft de rechtbank de schuldsaneringsregeling beëindigd, met de bepaling dat de schuldenaar in staat van faillissement verkeert zodra de uitspraak onherroepelijk is geworden. De bewindvoerder heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 2 oktober 2008 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd, maar de beslissing over het faillissement heeft vernietigd.
De bewindvoerder heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de bewindvoerder in zijn cassatieberoep. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 17 april 2009 geoordeeld dat de bewindvoerder niet ontvankelijk is in zijn beroep. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat noch artikel 351 van de Faillissementswet, noch enige andere bepaling de bewindvoerder het recht geeft om cassatie in te stellen tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat artikel 426 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet van toepassing is, omdat artikel 360 van de Faillissementswet bepaalt dat tegen de beslissingen van de rechter in deze titel geen hogere voorziening openstaat, behoudens de mogelijkheid van cassatie in het belang der wet.
De Hoge Raad heeft de bewindvoerder derhalve niet-ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep, waarmee de beslissing van het gerechtshof in stand blijft.