ECLI:NL:HR:2009:BG9913

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03573
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot definitieve toelating tot de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende aannemelijkheid van goede trouw schuldenaar

In deze zaak heeft verzoekster, wonende te [woonplaats], op 13 maart 2008 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Almelo om de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft het verzoek op 3 juni 2008 afgewezen, waarna verzoekster hoger beroep heeft ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft op 11 augustus 2008 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft verzoekster cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken op 27 februari 2009 door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en E.J. Numann.

Uitspraak

27 februari 2009
Eerste Kamer
08/03573
DV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 13 maart 2008 ter griffie van de rechtbank Almelo ingediend verzoekschrift heeft [verzoekster] zich gewend tot die rechtbank en verzocht ten aanzien van haar de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.
De rechtbank heeft, nadat de zaak op 22 april en 20 mei 2008 is behandeld, bij vonnis van 3 juni 2008 het verzoek afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Na mondelinge behandeling heeft het hof bij arrest van 11 augustus 2008 het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 27 februari 2009.