ECLI:NL:HR:2009:BC5878
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Bindende tariefinlichting voor gefiltreerde maltbase en de kwalificatie als drank onder de Gecombineerde Nomenclatuur
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een bindende tariefinlichting die door de Inspecteur was verstrekt aan X B.V. De bindende tariefinlichting betrof de indeling van een product, gefiltreerde maltbase, onder de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). De Inspecteur had de gefiltreerde maltbase ingedeeld onder post 2208 90 99 van de GN, terwijl belanghebbende verzocht had om indeling onder post 2203 00 10. Het Hof te Amsterdam had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad oordeelde dat de gefiltreerde maltbase, hoewel drinkbaar, niet als 'drank' in de zin van de GN kan worden gekwalificeerd. De Hoge Raad volgde het oordeel van het Hof dat de gefiltreerde maltbase primair als ingrediënt voor andere dranken wordt gebruikt en niet als drank zelf wordt verkocht of aangeboden. De Hoge Raad verwees naar eerdere jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, waarin werd gesteld dat een drank een vloeistof moet zijn die geschikt en bestemd is voor menselijke consumptie. De gefiltreerde maltbase voldeed hieraan niet, omdat het bestemd was als halffabricaat voor de bereiding van andere dranken.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de uitspraak is aan de betrokken partijen bekendgemaakt.