ECLI:NL:HR:2009:AZ7931
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P. Lourens
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag accijns op gekleurde gasolie en bewijslastverdeling
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin een naheffingsaanslag in de accijns werd gehandhaafd. De naheffingsaanslag betrof het tijdvak van 1 december 1997 tot en met 30 juni 2002, waarbij de Inspecteur had vastgesteld dat belanghebbende gekleurde gasolie had geleverd aan afnemers wiens gegevens niet bekend waren. De Inspecteur stelde dat belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden voor het toepassen van een verlaagd accijnstarief en legde een naheffingsaanslag op voor de meer verschuldigde accijns.
Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, maar in cassatie werd de uitspraak van het Hof vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat de bewijslast voor het gebruik van de gekleurde gasolie niet bij de belastingplichtige ligt, maar bij de Inspecteur. De Hoge Raad concludeerde dat het voor de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats redelijkerwijs niet mogelijk is om na de uitslag van de gasolie bewijs te verzamelen over het gebruik ervan. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond en vernietigde de uitspraak van het Hof, evenals de naheffingsaanslag en de boetebeschikking.
De Hoge Raad gelastte dat de Staat de kosten van het geding in cassatie en de kosten van het geding voor het Hof aan belanghebbende vergoedt. Dit arrest is gewezen op 20 februari 2009 en is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de bewijslastverdeling in accijnszaken verduidelijkt.