ECLI:NL:HR:2008:ZC8116
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en terugwerkende kracht van wetgeving
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van Stichting X tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag werd opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1995 tot en met 31 maart 1997. Na bezwaar van belanghebbende werd de aanslag door de Inspecteur verminderd, maar het Hof verklaarde het beroep ongegrond. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de terugwerkende kracht van de Wet van 18 december 1995, die van toepassing is op de naheffingsaanslag, in overeenstemming moet zijn met het gemeenschapsrecht. De Hoge Raad stelt vast dat er niet kan worden uitgesloten dat belanghebbende recht heeft op aftrek van omzetbelasting voor prestaties die vóór de inwerkingtreding van de wet zijn verricht. Dit betekent dat de naheffingsaanslag niet kan worden opgelegd, omdat deze in strijd zou zijn met het vertrouwensbeginsel dat is gewaarborgd door het gemeenschapsrecht.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1449 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 11 april 2008 en onderstreept de noodzaak van zorgvuldige toepassing van belastingwetgeving in het licht van Europese regelgeving.