ECLI:NL:HR:2008:BF5285
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en schadeplichtigheid na vernietiging vonnis
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser] en Advex c.s. over onrechtmatige daad en schadeplichtigheid. Advex c.s. hebben [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Arnhem, waarbij zij vorderden dat [eiser] onrechtmatig had gehandeld en hen schade diende te vergoeden. De rechtbank heeft op 26 januari 2005 geoordeeld dat [eiser] inderdaad onrechtmatig heeft gehandeld en hem veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 269.593,--, vermeerderd met wettelijke rente. In reconventie heeft de rechtbank de vorderingen van [eiser] afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben Advex c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, waar [eiser] incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft op 12 december 2006 de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, waarna [eiser] cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 5.987,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest op 21 november 2008 geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, en heeft daarmee de eerdere uitspraken van de lagere rechters bevestigd.