ECLI:NL:HR:2008:BD0436
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- Rechtspraak.nl
Waardering van een woning op een landgoed en de instandhoudingsfactor volgens de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om de waardering van een woning die deel uitmaakt van een landgoed, zoals geregeld in de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende, Stichting X, heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. Na het bezwaar heeft het hoofd van de afdeling WOZ de waarde verlaagd, maar het Hof heeft het beroep tegen deze uitspraak ongegrond verklaard. Hierop heeft de belanghebbende cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad behandelt de vraag of de WOZ-waarde van de woning moet worden gecorrigeerd met een instandhoudingsfactor voor het landgoed als geheel of voor de woning zelf. Het Hof had geoordeeld dat de heffingsambtenaar gelijk had, wat de belanghebbende betwist. De Hoge Raad overweegt dat de instandhoudingsfactor voor de woning moet worden bepaald, en dat de verplichting om het landgoed in stand te houden niet betekent dat de waarde van de woning niet moet worden gecorrigeerd. De Hoge Raad concludeert dat de beslissing van het Hof juist is en verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is uitgesproken op 25 april 2008 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.