ECLI:NL:HR:2008:BC9408
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest in verband met de bekentenis en bewijsvoering in een doodslagzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 april 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was veroordeeld voor doodslag en poging tot doodslag, gepleegd op 26 juni 2004 te Rotterdam. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof bij de motivering van de bewezenverklaring ten onrechte had volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, zonder dat de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig had bekend. De verklaring van de verdachte bevatte niet alle elementen van het bewezenverklaarde, wat leidde tot de conclusie dat het oordeel van het Hof onbegrijpelijk was. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en wees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak dat de verdachte zich volledig moet kunnen uitspreken over de feiten die hem ten laste worden gelegd.