ECLI:NL:HR:2008:BC4421
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Vrijstelling van omzetbelasting voor paramedische beroepen en de rol van fysiotherapeuten in stoorvelddiagnostiek
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 februari 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door H.A. Solleveld, een fysiotherapeut, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de vraag of de door Solleveld verrichte diensten in het kader van stoorvelddiagnostiek vrijgesteld zijn van omzetbelasting op basis van artikel 11, lid 1, letter g, van de Wet op de omzetbelasting 1968. Het Hof had eerder geoordeeld dat deze diensten niet onder de vrijstelling vielen, omdat niet aannemelijk was dat Solleveld zijn diensten als fysiotherapeut verrichtte.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest verwezen naar een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, waarin werd vastgesteld dat lidstaten beoordelingsvrijheid hebben bij het omschrijven van paramedische beroepen en de gezondheidskundige verzorging. De Hoge Raad benadrukte dat deze beoordelingsvrijheid moet worden uitgeoefend met inachtneming van het doel van de vrijstelling, namelijk dat deze alleen geldt voor diensten verleend door personen met de vereiste beroepskwalificaties.
De Hoge Raad heeft het beroep van Solleveld gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van Solleveld, die zijn vastgesteld op € 1932 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest benadrukt de noodzaak om de gelijkwaardigheid van de kwaliteit van de diensten van fysiotherapeuten en artsen in overweging te nemen bij de toepassing van de vrijstelling van omzetbelasting.