ECLI:NL:HR:2008:BC0838
Hoge Raad
- Cassatie
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een bestreden uitspraak wegens niet-naleving van oproeping aan de raadsman in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 januari 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was in hoger beroep veroordeeld voor het niet naleven van de Wet personenvervoer 2000, maar had geen oproeping voor de terechtzitting ontvangen. De advocaat van de verdachte had op 6 december 2005 per fax aan de strafgriffie van het Hof medegedeeld dat hij de verdachte als raadsman zou bijstaan. De griffier bevestigde de ontvangst van dit bericht, maar er bleek geen afschrift van de appeldagvaarding aan de raadsman te zijn verzonden. Zowel de verdachte als zijn raadsman waren niet verschenen op de zitting, wat leidde tot ernstige twijfels over de naleving van de procedurele voorschriften zoals vastgelegd in artikel 51 van het Wetboek van Strafvordering.
De Hoge Raad oordeelde dat het niet naleven van deze voorschriften in de weg staat aan een geldige behandeling van de zaak. De rechter moet zich vergewissen dat de voorschriften zijn nageleefd of dat er sprake is van een uitzondering. Aangezien dit niet was gebeurd, vernietigde de Hoge Raad de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling. De uitspraak benadrukt het belang van een goede procesorde en de rechten van de verdachte in het strafproces.