ECLI:NL:HR:2008:BB8975
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Belastingfraude bij de aanleg van een nieuw sportpark in de gemeente Etten-Leur
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 6 januari 2006 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij belastingfraude bij de aanleg van een nieuw sportpark in de gemeente Etten-Leur. De Hoge Raad behandelt het beroep onder nummer 02451/06. De verdachte heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. E. van Liere, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. Deze middelen zijn aan het arrest gehecht en maken daar deel van uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen, omdat geen van de voorgestelde middelen kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen grond aanwezig is voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak, ook niet in het licht van een eerder arrest van de Belastingkamer van de Hoge Raad van 25 april 2008. De Hoge Raad concludeert dat het beroep verworpen moet worden.
De uitspraak is gedaan door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink en J. de Hullu, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker. De beslissing is op 29 april 2008 uitgesproken. De Hoge Raad heeft in deze zaak geen nadere motivering gegeven, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.