ECLI:NL:HR:2008:BA0613
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over investeringsaftrek en belastingverplichtingen in film-CV
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001, waarbij belanghebbende een investeringsaftrek wilde claimen die betrekking had op het belastingjaar 2000. De Hoge Raad oordeelt dat een overeenkomst met de Belastingdienst, die afwijkt van de wet, niet zozeer in strijd is met de wet dat belanghebbende niet op nakoming daarvan mocht rekenen. De rechter benadrukt dat deze overeenkomst in aanmerking moet worden genomen bij de beoordeling van het geschil over het jaar 2001.
De feiten van de zaak zijn als volgt: belanghebbende had een participatie in een commanditaire vennootschap (CV) die een film produceerde. De inspecteur van de Belastingdienst had een aanslag opgelegd, die na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, maar belanghebbende ging in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof de toezegging van de Belastingdienst niet correct heeft geïnterpreteerd en dat deze toezegging wel degelijk invloed heeft op de aanslag voor 2001. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelast ook dat de Staat de kosten van het geding in cassatie vergoedt aan belanghebbende, inclusief het griffierecht en de kosten voor rechtsbijstand. Dit arrest benadrukt het belang van de afspraken tussen belastingplichtigen en de Belastingdienst en hoe deze van invloed kunnen zijn op belastingaanslagen.