ECLI:NL:HR:2007:BB3554
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partner- en kinderalimentatie na echtscheiding en de toepassing van art. 1:401 BW
In deze zaak verzoekt de man, na zijn echtscheiding, om wijziging van de partner- en kinderalimentatie die in het echtscheidingsconvenant is vastgelegd. De man heeft in zijn verzoekschrift, gedateerd op 4 maart 2005, de rechtbank Utrecht gevraagd om de alimentatie met ingang van 1 januari 2005 te wijzigen. Hij stelt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, omdat hij sinds de echtscheiding een nieuwe partner heeft en kosten voor kinderopvang moet maken. De rechtbank verklaart de man echter niet-ontvankelijk in zijn verzoek, omdat zij van mening is dat de man ten tijde van het ondertekenen van het convenant op de hoogte was van de omstandigheden die hij nu aanvoert.
De man gaat in hoger beroep, maar het gerechtshof te Amsterdam bekrachtigt de beschikking van de rechtbank. De man stelt dat hij de zwangerschap van zijn nieuwe partner niet heeft kunnen voorzien en dat dit niet in het convenant is verdisconteerd. Het hof oordeelt echter dat de man bewust heeft gekozen om de financiële gevolgen van de zwangerschap niet te bespreken, en dat er daarom geen sprake is van een wijziging van omstandigheden.
In cassatie oordeelt de Hoge Raad dat het hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd. De Hoge Raad stelt dat voor de toepassing van art. 1:401 BW niet van belang is of de gewijzigde omstandigheden voorzienbaar waren, maar of deze omstandigheden in het convenant zijn verdisconteerd. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de wettelijke maatstaven bij alimentatiezaken en de mogelijkheid tot wijziging van alimentatie bij gewijzigde omstandigheden.