ECLI:NL:HR:2007:BB1375
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Hoge Raad oordeelt over naheffingsaanslag omzetbelasting en gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 augustus 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van Stichting X (voorheen Stichting A) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 tot en met 31 december 1994, waarbij een bedrag van ƒ 162.175 was opgelegd. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de naheffingsaanslag tot € 66.452,20. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad oordeelde dat de belanghebbende, wat betreft de aard van de door haar verrichte diensten, op één lijn is te stellen met exploitanten van ziekenhuizen en bejaardentehuizen, en dat er sprake is van vergelijkbare gevallen. De Hoge Raad concludeerde dat de Inspecteur geen rechtvaardiging kon geven voor het door de belanghebbende gewraakte onderscheid, waardoor de belanghebbende in strijd met het gelijkheidsbeginsel was uitgezonderd van de kring van begunstigde belastingplichtigen.
De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en vernietigde de naheffingsaanslag. Tevens gelastte de Hoge Raad dat de Staat aan de belanghebbende het griffierecht vergoedt en veroordeelde de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt het belang van het gelijkheidsbeginsel in belastingzaken en de noodzaak van rechterlijke onpartijdigheid.