ECLI:NL:HR:2007:BA9216

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
615
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep in cassatie inzake loonbegrip in Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel

In deze zaak heeft belanghebbende, aangeduid als X te Z, beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 23 februari 2006, nr. 04/1499 AW. Deze uitspraak betrof een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 28 januari 2004, nr. 01/2911 AW. De Hoge Raad heeft de zaak op 13 juli 2007 behandeld en geconcludeerd dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk is. De Centrale Raad had het verzoek tot herziening afgewezen, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen wettelijke basis was voor het instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad in deze specifieke zaak. Dit is gebaseerd op artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat de Hoge Raad alleen kennisneemt van cassatieberoepen tegen uitspraken van de administratieve rechter als dit bij wet is bepaald. Aangezien de wetten waarop het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel berust, geen mogelijkheid voor cassatie bieden, werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, samen met de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken op 13 juli 2007.

Uitspraak

Nr. 615
13 juli 2007
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 23 februari 2006, nr. 04/1499 AW, betreffende het verzoek tot herziening van diens uitspraak van 28 januari 2004, nr. 01/2911 AW.
1. De uitspraak op het verzoek tot herziening
De Centrale Raad heeft het verzoek tot herziening afgewezen. De uitspraak van de Centrale Raad is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: de Minister) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Minister heeft een conclusie van dupliek ingediend.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de administratieve rechter voor zover dit bij wet is bepaald. De bestreden uitspraak is gegeven in een zaak die betreft de toepassing van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel. In de wetten waarop dat Besluit berust, is geen beroep in cassatie opengesteld tegen een uitspraak van de Centrale Raad in een zodanige zaak. Het beroep in cassatie dient om deze reden niet-ontvankelijk te worden verklaard.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2007.