ECLI:NL:HR:2007:BA9216
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep in cassatie inzake loonbegrip in Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel
In deze zaak heeft belanghebbende, aangeduid als X te Z, beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 23 februari 2006, nr. 04/1499 AW. Deze uitspraak betrof een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 28 januari 2004, nr. 01/2911 AW. De Hoge Raad heeft de zaak op 13 juli 2007 behandeld en geconcludeerd dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk is. De Centrale Raad had het verzoek tot herziening afgewezen, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen wettelijke basis was voor het instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad in deze specifieke zaak. Dit is gebaseerd op artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat de Hoge Raad alleen kennisneemt van cassatieberoepen tegen uitspraken van de administratieve rechter als dit bij wet is bepaald. Aangezien de wetten waarop het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel berust, geen mogelijkheid voor cassatie bieden, werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, samen met de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken op 13 juli 2007.