ECLI:NL:HR:2007:BA7636

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R06/131HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van definitieve schuldsaneringsregeling op grond van de Faillissementswet

In deze zaak gaat het om de beëindiging van een definitieve schuldsaneringsregeling voor de verzoekster, die op 8 juli 2004 door de rechtbank was uitgesproken. De rechtbank benoemde een rechter-commissaris en een bewindvoerder. Op 26 juni 2006 verzocht de bewindvoerder, met instemming van de rechter-commissaris, om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. De rechtbank heeft op 15 augustus 2006 dit verzoek ingewilligd en de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd. Verzoekster ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 28 september 2006 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Hierna heeft verzoekster cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus was om het beroep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Op 14 september 2007 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

14 september 2007
Eerste Kamer
Rek.nr. R06/131HR
MK/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. J. Biemond, thans
mr. P. Garretsen.
Verzoekster tot cassatie zal hierna worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
De rechtbank heeft bij vonnis van 8 juli 2004 ten aanzien van [verzoekster] de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, met benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder.
Bij brief van 26 juni 2006 heeft de bewindvoerder met instemming van de rechter-commissaris verzocht de aan [verzoekster] verleende schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen.
Bij vonnis van 15 augustus 2006 heeft de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 28 september 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 14 september 2007.