ECLI:NL:HR:2007:BA7630
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Geschil over verborgen gebreken in koopovereenkomst van woning en conformiteitsvereiste
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de eisers, [Eiseres 1] en [Eiser 2], en de verweerster, [Verweerster], over verborgen gebreken in een woning die door de eisers was gekocht. De koopovereenkomst dateert van 11 oktober 1999. De eisers hebben op 26 juni 2001 de verweerster gedagvaard voor de kantonrechter te Nijmegen, waarbij zij vorderden dat de verweerster toerekenbaar tekort zou schieten in de nakoming van de koopovereenkomst en dat zij de door de eisers geleden schade, begroot op € 29.000,--, zou vergoeden, inclusief rente en kosten. De verweerster heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft op 18 juni 2004 zich onbevoegd verklaard om van de vermeerderde vordering kennis te nemen en de zaak verwezen naar de rechtbank Arnhem. De rechtbank heeft op 8 september 2004 de vorderingen van de eisers ontzegd. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft op 14 maart 2006 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen dit arrest hebben de eisers cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft op 12 oktober 2007 het cassatieberoep verworpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.