ECLI:NL:HR:2007:BA7630

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/164HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over verborgen gebreken in koopovereenkomst van woning en conformiteitsvereiste

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de eisers, [Eiseres 1] en [Eiser 2], en de verweerster, [Verweerster], over verborgen gebreken in een woning die door de eisers was gekocht. De koopovereenkomst dateert van 11 oktober 1999. De eisers hebben op 26 juni 2001 de verweerster gedagvaard voor de kantonrechter te Nijmegen, waarbij zij vorderden dat de verweerster toerekenbaar tekort zou schieten in de nakoming van de koopovereenkomst en dat zij de door de eisers geleden schade, begroot op € 29.000,--, zou vergoeden, inclusief rente en kosten. De verweerster heeft de vordering bestreden.

De kantonrechter heeft op 18 juni 2004 zich onbevoegd verklaard om van de vermeerderde vordering kennis te nemen en de zaak verwezen naar de rechtbank Arnhem. De rechtbank heeft op 8 september 2004 de vorderingen van de eisers ontzegd. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft op 14 maart 2006 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen dit arrest hebben de eisers cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft op 12 oktober 2007 het cassatieberoep verworpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

12 oktober 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/164HR
MK/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
2. [Eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J.I. van Vlijmen,
t e g e n
[Verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] c.s. hebben bij exploot van 26 juni 2001 [verweerster] gedagvaard voor de kantonrechter te Nijmegen, en gevorderd, na wijziging van eis, kort gezegd, te verklaren voor recht dat [verweerster] in het kader van de met [eiser] c.s. gesloten koopovereenkomst van 11 oktober 1999 toerekenbaar tekort is geschoten en [verweerster] te veroordelen de door [eiser] c.s. geleden en nog te lijden schade, begroot op een bedrag van € 29.000,--, te vergoeden, met rente en kosten.
[Verweerster] heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 18 juni 2004 zich onbevoegd verklaard van de vermeerderde vordering kennis te nemen en de zaak verwezen naar de rechtbank Arnhem.
De rechtbank heeft bij vonnis van 8 september 2004 de vorderingen aan [eiser] c.s. ontzegd.
Tegen dit vonnis van de rechtbank hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 14 maart 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen [verweerster] is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 12 oktober 2007.