ECLI:NL:HR:2007:AZ8025
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en dwaling bij vaststellingsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van X N.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen voor het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999. De Inspecteur had de naheffingsaanslag opgelegd, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend en tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld. De zaak werd mondeling toegelicht door de advocaten van beide partijen. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het middel E van het principale beroep van belanghebbende. Dit middel betreft de vraag of de Inspecteur zich terecht op het standpunt stelt dat hij wegens dwaling niet gebonden is aan de vaststellingsovereenkomst.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft overwogen dat belanghebbende de Inspecteur had moeten informeren over relevante stukken die bepalend konden zijn voor de waardebepaling van de aandelen. De Hoge Raad komt tot de conclusie dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden, omdat de door het Hof gemaakte overwegingen niet onbegrijpelijk zijn. Het incidentele beroep van de Staatssecretaris wordt niet behandeld, omdat het principale beroep op geen enkel punt slaagt. De Hoge Raad verklaart het principale beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.