Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De gronden van het verzoek
3.De beoordeling
“Gezien het nog maar kort bekend zijn van het type tumor en het weinig frequent voorkomen, is dr. [deskundige] van mening dat het dr. [neuroloog] niet te verwijten valt in deze casus de diagnose DNET in 2000 niet te hebben gesteld. De radioverslagen maken er evenmin melding van. Met het verbeteren van ook de MRI diagnostiek in de loop van de tijd alsmede de toenemende bekendheid van DNET zeker ook in centra waar epilepsiechirurgie wordt gedaan, is het niet vreemd dat de diagnose in 2010 eerst werd gesteld. Toen werd volgens betrokkene in Maastricht, een centrum voor epilepsiechirurgie, chirurgische interventie afgeraden, maar blijkens het dossier heeft hij het onderzoek traject afgebroken.”
“Verwijs patiënten met epilepsie voor evaluatie van de mogelijkheid van epilepsiechirurgie als de patiënt medicaresistent is, ook als de MRI negatief is, (…) Verwijs deze patiënten voor een beoordeling van de mogelijkheid van epilepsiechirurgie naar gespecialiseerde epilepsiezorg. (…)”.
“Bij het vermoeden van een zogenaamde DNET tumor is de operatie-indicatie feitelijk altijd therapieresistente epilepsie, met andere woorden een epilepsie chirurgische ingreep.
Hiervoor zijn bepaalde criteria te hanteren waarbij het belangrijkste is het therapieresistente karakter van de aanvallen ondanks het gebruik van (combinaties van) meerdere anti-epileptica. Afhankelijk van de risico’s van de operatie en de wensen van een patiënt kan dan eventueel tot een epilepsie chirurgische ingreep worden overgegaan.”
“Gezien het feit dat dhr. [verzoeker] door een operatieve behandeling geen wezenlijke verbetering van de epileptische aanvallen in de zin van aura’s zou mogen verwachten is wat ons betreft bij deze vermoede diagnose een operatie niet geïndiceerd.”En voorts
“Patiënt was in principe onder behandeling bij collega [arts 1] uit [plaats]. Patiënt is bij mij en mijn collega Drs. [arts 2] op consult geweest om een en ander m.b.t. de verwachting dan wel de risico’s van een eventuele operatie te bespreken. Daarbij was er al vanuit de werkgroep epilepsiechirurgie een unaniem besluit genomen dat een operatieve behandeling niet geïndiceerd is.”Hetgeen [neurochirurg] hier opmerkt heeft, zo moet worden aangenomen, betrekking op de periode nádat in 2010 DNET bij [verzoeker] was vastgesteld, aldus Zuyderland. De mogelijkheid dat [verzoeker] desondanks in 2000 of in ieder geval voor 2010 in Nederland wél zou zijn geopereerd alsmede wat de uitkomst daarvan zou zijn geweest, is volkomen speculatief. Het causaal verband tussen het gestelde onzorgvuldig handelen enerzijds en de schade van [verzoeker] anderzijds ontbreekt.