ECLI:NL:HR:2007:AZ2828
Hoge Raad
- Cassatie
- F.W.G.M. van Brunschot
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Hoge Raad vernietigt uitspraak Hof inzake bewijsaanbod en verwijst voor nieuwe behandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 30 september 2005. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1999, waarbij belanghebbende een belastbaar inkomen van ƒ 185.103 was opgelegd. Na bezwaar tegen deze aanslag, dat door de Inspecteur werd gehandhaafd, heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof het bewijsaanbod van belanghebbende ten onrechte heeft gepasseerd. Dit bewijsaanbod betrof niet alleen het privégebruik van de begane grond van het pand, maar ook dat de ruimtes door verbouwingen niet meer voor de zaak bruikbaar waren. De Hoge Raad concludeert dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom dit bewijsaanbod niet relevant zou zijn voor de beoordeling van de splitsbaarheid van het pand en de verhouding tussen het woongedeelte en het bedrijfsdeel.
Daarom verklaart de Hoge Raad het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor een nieuwe behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 724,50 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wordt het griffierecht van € 103 vergoed aan belanghebbende.