ECLI:NL:GHARN:2008:BC6282
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- R. den Ouden
- J.B.H. Röben
- G.Th.K. Meussen
- Rechtspraak.nl
Verrekening van privévermogen bij aanslag inkomstenbelasting na verwijzing door de Hoge Raad
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 27 februari 2008, betreft het een geschil over de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1999. De zaak is voortgekomen uit een verwijzingsprocedure van de Hoge Raad, die op 13 juli 2007 een arrest heeft gewezen. De belanghebbende, hier aangeduid als X, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, waarbij de inspecteur van de Belastingdienst als verweerder optreedt. De kern van het geschil was de vraag of een woon-winkelpand aan de a-straat 1 te Q terecht tot het privévermogen van de belanghebbende gerekend kon worden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2008, waarbij de echtgenote van de belanghebbende en zijn gemachtigde aanwezig waren, heeft de inspecteur zijn standpunt herzien. Hij heeft zich verenigd met de stelling van de belanghebbende dat het pand inderdaad tot het privévermogen behoort. Dit leidde tot de conclusie dat het belastbaar inkomen van de belanghebbende nader vastgesteld diende te worden op negatief ƒ 30.647.
Het Hof heeft vervolgens de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag inkomstenbelasting 1999 verminderd tot nihil. Tevens is het verlies van nihil, dat eerder bij beschikking was vastgesteld, bevestigd. De Staat is veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de belanghebbende, die in totaal € 1.192 bedragen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.