ECLI:NL:HR:2007:AZ2041
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens onvoldoende precisie en bepaaldheid van de middelen
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, wonende te [woonplaats], de Ontvanger van de Belastingdienst/Hollands Midden gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage. Eiseres vorderde bij exploot van 13 juni 2003 een bedrag van € 1.955,03. De Ontvanger heeft de vordering bestreden, waarna de kantonrechter op 1 oktober 2003 de dagvaarding nietig verklaarde. Eiseres ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 2 februari 2006 het vonnis van de kantonrechter vernietigde en de vordering van eiseres afwees. Tegen dit arrest heeft eiseres cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld. De middelen die door eiseres zijn voorgedragen, maken niet duidelijk tegen welke beslissing(en) of overweging(en) van het hof wordt opgekomen. Bovendien ontberen de middelen de vereiste precisie en bepaaldheid die van een middel van cassatie verwacht mag worden. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van eiseres in haar beroep.
De Hoge Raad heeft vervolgens geoordeeld dat eiseres niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar beroep. Tevens is eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Ontvanger zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 12 januari 2007.