ECLI:NL:HR:2007:AY9203
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de weergave van de verdediging in het proces-verbaal van de terechtzitting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 januari 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld door de Kantonrechter in Amsterdam voor het rijden zonder geldig rijbewijs. De verdachte had hoger beroep ingesteld en voerde aan dat het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep niet correct was, omdat het enkel vermeldde dat hij het woord tot verdediging had gevoerd, zonder de inhoud van zijn verdediging te documenteren. De Hoge Raad oordeelde dat het proces-verbaal voldeed aan de eisen van de wet, zoals gesteld in artikel 326 in verbinding met artikel 311, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad benadrukte dat het niet aan de verdachte kan worden verzocht om een pleitnota te overleggen of aantekeningen te maken, vooral niet als hij niet door een raadsman wordt bijgestaan. De verdachte mag erop vertrouwen dat het proces-verbaal de kern van zijn verweren weergeeft. De Hoge Raad concludeerde dat het beroep in cassatie niet kon slagen, omdat er geen grond was voor vernietiging van de bestreden uitspraak. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de eerdere veroordeling van de verdachte.