3.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
a. een proces-verbaal van politie opgemaakt door de verbalisanten J.A.J. Nillesen en K.J.G.W. Schepers, voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten, dan wel een van hen:
"Op 25 juni 2004 omstreeks 05.45 uur, (hof: blijkens het proces-verbaal bevindingen politie regio Limburg Noord, district Ve/Horst, mutatienummer: PL2350/04-099206, dossierpagina: 10, d.d. 14 september 2004 opgemaakt door verbalisant J.A.J. Nillesen dient dit 25 juli 2004 te zijn) bevonden wij ons te Horst. Wij ontvingen mobilofonisch bericht van de meldkamer dat er zojuist een snelkraak had plaatsgevonden bij de opticien [...], gelegen aan de [a-straat] te Horst.
Bij deze snelkraak waren mannen betrokken. Deze mannen hadden de plaatsdelict verlaten met een blauwe personenauto en een witte bestelbus met Belgisch kenteken. Wij reden richting de rotonde met de Venloseweg en Stationstraat. Op het moment dat wij over de rotonde reden, zag ik, verbalisant Schepers, dat over de Venloseweg, komende uit de richting van het centrum van Horst, een witte bestelbus met Belgisch kenteken naar de rotonde toe gereden kwam. Ik, Nillesen, sloeg onmiddellijk rechtsaf de Venloseweg op met het doel om deze bestelbus tot stoppen te dwingen.
Wij zagen dat die bestuurder van de witte bestelbus de rotonde in tegenovergestelde rijrichting opreed en vervolgens op de Meldersloseweg reed in de richting van de A73. Onmiddellijk stelden wij het zwaailicht met sirene en de "Stop Politie" transparant in werking. Wij zagen dat hij over de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer over de Melderloseweg richting de A73 reed. Wij zagen dat hij de vluchtheuvel bij de op en afritten van de A73 links voorbij reed. Wij zagen, dat hij afremde en linksaf de afrit, bestemd voor het verkeer vanuit de richting Venray, tegen de verkeersstroom in, zogenaamd spookrijdend opreed. Wij verbalisanten volgden hem op korte afstand in de hoop dat we hem tot stoppen konden dwingen voordat hij spookrijdend de A73 op zou rijden. Wij zagen dat hij zijn weg vervolgde over de vluchtstrook. Wij zagen dat op de A73 veel vakantieverkeer reed. Wij zagen, dat de bestuurder van voornoemde witte bestelbus op het moment dat er enkele auto's en auto's met caravans ons tegemoet kwamen rijden, hij doelbewust de rijbaan van de A73 opreed in de richting van die voertuigen, waardoor de bestuurders van het tegemoetkomend verkeer moesten uitwijken. Wij zagen dat door de reacties een aantal bestuurders van de tegemoetkomende auto's de vluchtstrook opreden en daardoor direct op ons toe gereden kwamen, waardoor er onmiddellijk gevaar voor een botsing ontstond met ons en die andere voertuigen op de A73. Wij zagen, dat op het moment dat er even geen verkeer kwam de bestuurder van de witte bestelbus terug reed naar de vluchtstrook, kennelijk met het doel dat wij hem niet konden passeren.
Op het moment dat er weer verkeer uit tegengestelde richting kwam, herhaalde de bestuurder van die witte bestelbus zijn handelingen. Wij zagen opnieuw, dat het tegemoetkomend verkeer moest remmen en uitwijken om een aanrijding met hem te voorkomen. Wij zagen, dat er door de uitwijkmanoeuvres van het tegemoetkomend verkeer op de vluchtstrook wij en het overige verkeer ernstig in gevaar werden gebracht. Op het moment dat de bestuurder op het viaduct over de Tienrayse weg te Horst reed, zagen wij, dat hij opnieuw de rijbaan van de A73 spookrijdend opreed richting het tegemoetkomend verkeer. Op het moment dat de bestuurder van die witte bestelbus weer de rijbaan van de A73 op was gereden richting het tegemoetkomend verkeer, zagen wij, terwijl wij over de vluchtstrook reden, dat een oranje vrachtauto moest uitwijken naar de vluchtstrook. Om een aanrijding met deze vrachtauto te voorkomen, stuurde ik, Nillesen, de politieauto de rijbaan van de A73 op, waarbij er op dat moment op die rijstrook geen verkeer was. Op de linkerrijstrook reed op dat moment een auto met een caravan. Wij reden tussen de vrachtauto en de auto met caravan door. Wij zagen toen, dat de bestuurder van die witte bestelbus ter hoogte van de afrit naar de Tienrayseweg een scherpe bocht naar links maakte. Wij zagen, dat die bestuurder de macht over het stuur kwijtraakte en dat de witte bestelbus een kwartslag draaide. Wij zagen dat er rook van de banden afkwam. Wij zagen, dat die witte bestelbus op de linker zijkant kantelde en gedeeltelijk op de vluchtstrook en in de berm van de A73 tot stilstand kwam. Wij brachten onze politieauto achter de witte bestelbus tot stilstand.
Wij zagen dat door de kapotte voorruit van die witte bestelbus een man naar buiten kwam gekropen. Na zijn aanhouding hoorde ik, Schepers, dat de verdachte tegen mij zei dat hij het wel kicken vond om met die auto tegen het verkeer in te rijden."
b. een proces-verbaal van politie opgemaakt door de verbalisant T.H.M. Scholten, voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Op 25 juli 2004 werd voor mij geleid een persoon genaamd [verdachte], geboren [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971. Ik vroeg hem waarom hij het verkeer zo ernstig in gevaar had gebracht.
Hij antwoordde: "Dat was toch maar even flink kicken om zo op auto's in te rijden"."