ECLI:NL:HR:2006:AY7770
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Verbeterde lezing van kennelijke misslag in bewezenverklaring door de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder door de Politierechter in de Rechtbank te Breda veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf voor het opzettelijk afleggen van een valse verklaring onder ede. De verdachte had tijdens een getuigenverhoor bij de rechter-commissaris verklaard de daders van een moord niet te kennen, terwijl hij onder ede had verklaard de waarheid te zullen zeggen. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke misslag in de bewezenverklaring. De Hoge Raad heeft de bewezenverklaring verbeterd, maar oordeelde dat de aard en ernst van het bewezenverklaarde niet werden aangetast door deze correctie. Hierdoor was er geen aanleiding voor cassatie. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarbij werd opgemerkt dat de bestreden uitspraak van het Hof niet ambtshalve vernietigd hoefde te worden. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door de president en twee raadsheren, en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.