ECLI:NL:HR:2006:AU9734
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Geschil over nihilstelling van partneralimentatie na echtscheiding op basis van onjuiste inkomensgegevens
In deze zaak gaat het om een geschil tussen ex-echtelieden over de nihilstelling van de partneralimentatie na hun echtscheiding. De man, verzoeker tot cassatie, heeft in 2004 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Dordrecht om de alimentatie die hij aan de vrouw, verweerster in cassatie, moest betalen, te verlagen naar nihil of naar een lager bedrag dan eerder was vastgesteld. De rechtbank had eerder bepaald dat de man € 125,-- per maand moest betalen, maar het hof had dit bedrag verhoogd naar € 500,-- per maand op basis van onjuiste inkomensgegevens van de vrouw. De man stelde dat het hof ten onrechte was uitgegaan van een jaarinkomen van de vrouw van € 8.992,--, terwijl haar werkelijke inkomen € 14.846,-- bedroeg. De rechtbank heeft het verzoek van de man ingewilligd en de alimentatie op nihil vastgesteld, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd en het verzoek van de man afgewezen.
De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof had miskend dat het voor de beslissing of de man een beroep op artikel 1:401 BW toekwam niet relevant was of het mede aan hem te wijten was dat in de beschikking van het hof van onjuiste of onvolledige gegevens was uitgegaan. De Hoge Raad benadrukte dat het voldoende is dat de verzoeker aannemelijk maakt dat bij de betrokken uitspraak van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan, wat in dit geval het geval was. De overige onderdelen van het cassatiemiddel behoefden geen behandeling meer, en de Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen voor verdere beoordeling.