ECLI:NL:HR:2006:AS3588
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over heffing van omzetbelasting en accijns bij extern douanevervoer met gebruikmaking van carnet TIR
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de heffing van omzetbelasting en accijns bij extern douanevervoer met gebruikmaking van een carnet TIR. De belanghebbende, een onderneming, was op 10 juli 1995 uitgenodigd tot betaling van aanzienlijke bedragen aan douanerechten, omzetbelasting en accijns. Het bezwaar dat de belanghebbende tegen deze uitnodigingen had ingediend, werd door de Inspecteur afgewezen. Hierop ging de belanghebbende in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur vernietigde en de uitnodigingen tot betaling met betrekking tot de omzetbelasting en accijns ongeldig verklaarde.
De Staatssecretaris van Financiën ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof ten onrechte zijn oordeel had gebaseerd op artikel 379 van de Uitvoeringsverordening Communautair Douanewetboek (UCDW). De Hoge Raad oordeelde dat bij de toepassing van de douaneregeling extern douanevervoer met een carnet TIR, het kantoor van vertrek verantwoordelijk is voor de invordering van eventuele verschuldigde rechten en heffingen, zoals vastgelegd in de artikelen 454 en 455 van de UCDW.
De Hoge Raad bevestigde echter dat het Hof terecht had geoordeeld dat de aangever niet in de gelegenheid was gesteld om binnen een jaar het bewijs te leveren van de plaats van de overtreding of onregelmatigheid. Dit verzuim leidde ertoe dat er geen uitnodiging tot betaling mocht worden uitgereikt. De Hoge Raad verklaarde het beroep van de Staatssecretaris ongegrond en legde geen proceskosten op, aangezien er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 15 december 2006.