ECLI:NL:HR:2005:AU8171
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontvankelijkheid beroep inzake verliesvaststellingsbeschikking vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. (voorheen A B.V.) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 november 2004, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1998. Aan belanghebbende was een ambtshalve aanslag opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 182.383, terwijl gelijktijdig het verlies van dat jaar was vastgesteld op nihil. Na bezwaar van belanghebbende werd de aanslag verminderd tot een belastbare winst van ƒ 750.000. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk voor zover het betrekking had op de vaststelling van het verlies over 1998. Belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat het beroep van belanghebbende geen betrekking had op een voor beroep vatbare uitspraak van de Inspecteur inzake de vaststelling van het verlies over het jaar 1998. De Hoge Raad stelt dat, tenzij bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, een bezwaar tegen een aanslag ook moet worden opgevat als een bezwaar tegen de verliesvaststellingsbeschikking. In dit geval was het bezwaar gemotiveerd met een stuk waarin een verlies was vermeld, wat impliceert dat met het bezwaar tegen de aanslag ook bezwaar is gemaakt tegen de vaststelling van het verlies op nihil.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, maar enkel voor zover belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 16 december 2005.